|
|
|
|
Rob Scholte, Landschap met boot, 2009
|
|
|
ROB SCHOLTE’S EMBROIDERY SHOW
28/4/2016-18/9/2016
Rob Scholte speelt met copyright. Zo gebruikte hij in 1984 het logo van Philips voor zijn schilderij Nachtlicht. Later plaatste hij zichzelf met zijn schilderijen Utopia en Nostalgia in de rij van beroemde Olympia-verbeelders, naast Giorgione, Titiaan, Manet en Ramos. In 1987 schilderde hij een zelfportret als ©-teken, waardoor hij als het ware het beeldrecht verkreeg op dit veelgebruikte symbool. Met de ‘Embroidery Show’, die vanaf 28 april tot 18 september 2016 in Zwolle te zien is, voegt Scholte een nieuw hoofdstuk toe aan zijn beeldrechtverhaal. In de Wolk van Museum de Fundatie toont Scholte zijn verzameling van bijna 1000 borduurwerken, gemaakt door evenveel volstrekt onbekende meesters.
|
|
Posted 21 April 2016
|
Share this:
|
|
In 2005 begon Scholte, terug in Nederland na een jarenlang verblijf in het buitenland, met het verzamelen van borduursels. Stelselmatig kocht hij bij kringloopwinkels en op kofferbakmarkten alle toen nog ruim aanwezige borduurwerken op. Hij weigert om – in zijn woorden – “de ongeïnteresseerde domheid te geloven, waarmee Nederland ten faveure van Ikea-prints afstand neemt van de traditionele, met de hand gemaakte, borduurwerken, die door de moeders, de groot-, de overgroot - en betovergrootmoeders (soms ook mannen) van ons land anoniem, met zoveel liefde en geduld in de hen overblijvende krappe uurtjes, steek voor steek, zijn vervaardigd. […] Het resultaat van lange weken, maanden en jaren noeste arbeid wordt door erfgenamen voor slechts een euro van de hand gedaan.”
|
|
|
|
|
Rob Scholte: Boerenerf met zonnebloeme, 2007
|
|
|
|
|
|
Rob Scholte, Interieur, 2009
|
|
Op de achterzijde van de borduursels, die bij Scholte dus de voorzijde is geworden, verspringen de wollen draden schijnbaar willekeurig. Een bepaalde esthetica zit er niet achter, slechts spaarzaamheid, of de onwil om de draden af te hechten, bepaalt de uiteindelijke vorm. Soms zie je dikke knopen en lange slierten, dan weer is de achterkant keurig afgewerkt, alsof het eigenlijk een voorkant betreft. Aan de achterkant zie je in feite de worsteling met het voorbeeld, dat er aan de voorkant zo mooi mogelijk uit wil zien. Aan deze tot dusver verborgen gebleven achterkanten lees je als kijker de werkelijke inspanning en het eigenlijke karakter van de makers af. Hun grote toewijding is volgens Scholte ook een duidelijk teken, dat zij de kunst zelf, het gekozen voorbeeld in het bijzonder, zeer toegewijd zijn.
|
|
|
|
Rob Scholte: Laatste avondmaal, 2009
|
|
|
|
Thematisch geordend en serieel gerangschikt stoffeert Scholte met deze uitingen van vaderlandse geschiedenis, die tot nu toe ongezien bleven in de musea, het atrium en de derde en vierde verdieping van de recente uitbreiding van Museum de Fundatie. Alom bekende afbeeldingen van schilderijen van oude meesters als Rembrandt, Vermeer, Fragonard, Millet en anderen worden door Scholte gepresenteerd naast minder bekende afbeeldingen van dieren, portretten en landschappen. Opmerkelijk zijn de Jachttaferelen of de eerder door Scholte op de postume afscheidstentoonstelling van Jan Hoet in het James Ensor Museum te Oostende getoonde Zeegezichten.
|
|
|
|
|
|
|