Find

Gebreide wollen trui. Tweede Wereldoorlog. 1940-1945. Gemeentemuseum Den Haag

GEMEENTEMUSEUM DEN HAAG START WRITER-IN-RESIDENCE

Het Gemeentemuseum Den Haag nodigt vanaf 2015 elk half jaar een (inter)nationale schrijver uit als ‘schrijver-in-de-residentie’. De schrijver krijgt carte blanche en mag een half jaar lang struinen door de zalen en depots van het museum. Directeur Benno Tempel: “Ons museum zit vol kunst én mooie verhalen. Schrijvers herkennen en vertellen die als geen ander. Geïnspireerd door onze collectie maken zij weer nieuwe verhalen, in de vorm van poëzie of proza.” 

Posted 13 March 2015

Share this:
|

Schrijfster Miek Zwamborn (1974) bijt het spits af. Vanuit haar fascinatie voor oerlandschappen en bijzondere weeromstandigheden ging zij in het museum op zoek naar ‘opgesloten natuur’. Ze vond verschillende kunstwerken, van zeegezichten van Mondriaan tot sculpturen van Barbara Hepworth, en maakte op basis daarvan prachtige gedichten. Deze gedichten en kunstwerken zijn vanaf volgende week te zien in de tentoonstelling ‘Getemde Hemel’.

Carte blanche in een collectie van ruim 160.000 objecten. Op zoek naar houvast in die ‘rijkdom’ stuitte Miek Zwamborn op een tekening van dadaïst Oey Tjeng Sit, waarin een mysterieuze windvlaag wordt afgebeeld.
 
Zwamborn: “Na het zien van die tekening zocht ik naar andere werken, waarin meteorologische elementen zaten. Mist, regenbuien, sneeuw, het bleek allemaal in de museumdepots opgeslagen.” Haar zoektocht resulteerde in verrassende vondsten. Zo koos zij niet alleen voor de bekende landschappen van de Haagse School, maar vond zij ook een schilderij met chemicaliën op doek van Frank Ammerlaan en een wollen trui uit de Tweede Wereldoorlog. En ook viel haar oog op een heel bijzonder doosje van Tacita Dean met de titel ‘A Breath’. Deze werken inspireerden haar een-voor-een tot prachtige gedichten; die samen vanaf 21 maart zijn te zien in de tentoonstelling ‘Getemde Hemel’.

Trui alleen

De winter trekt armen uit
ramen worden verduisterd
dit is de jij en ikkesteek

in de kamer klinkt opeens jouw stem:
kijk de manchetten, ik heb ze verlengd
kijk de oksels, ik heb ze weggelaten
kijk, alleen de kraag blijft over

mijn taak was het
weefsel dat luchtig
werd steek voor steek
toe te spreken

draden vermanen
naalden te rapen
kleur op kleur 


we beginnen de vacht van de hond
te spinnen met veren te dekken
de gaten te lijf en de draden te dik
wikkelen we af of spoelen we op?

er vallen woorden die we vergeten
er vallen gaten die worden gedicht.

Mieke Zwamborn

Over de schouder van de kunstenaar
Ook viel Zwamborns oog direct op de schetsboeken van kunstenaars. Prachtige boeken van onder andere Jacob Maris en Isaac Israëls vol aantekeningen en tekeningen. Zwamborn: “Schetsboeken laten je over de schouder van hun makers meekijken, ze lenen hun blik uit. Het zijn hele levendige boeken, waarin je de kunstenaar ziet zoeken, de ene keer behendig, de andere keer twijfelend. Veelal liggen tekeningen over elkaar heen, dan staat er ergens in een hoekje een koe, bovenop een zee aan de andere kant van het blad.”

Het inspireerde haar tot het maken van haar eigen schetsboek, dat ze tijdens haar tijd in het Gemeentemuseum onder de arm meeneemt. Het boek ligt vanaf 21 maart wel in de tentoonstelling, maar is dan nog een ‘work-in-progress’. Zwamborn werkt het nog regelmatig bij en op 21 juni wordt de definitieve versie pas gepresenteerd. 
 
Een museum vol verhalen
Benno Tempel is trots op het nieuwe initiatief: “We bedachten ‘schrijver-in-de-residentie’ samen met schrijver Kees ’t Hart. Niet eerder werkten we zo intensief met schrijvers; en al helemaal niet ‘achter de schermen’. Welke opdracht geef je iemand dan mee? We besloten carte blanche te geven, omdat we erop vertrouwen dat de prachtige collectie en ons museumgebouw voldoende inspiratie bieden.” Volgens Tempel zit een museum van zich zelf al vol verhalen: “Alleen die verhalen vertellen we nu vooral op een kunsthistorische manier; schrijvers gaan toch veel intuïtiever of eerder associatief te werk.” Hij ziet hun bijdrage dan ook als meer dan ‘schatgraven’ alleen. Zij voegen echt iets nieuws toe aan de collectie.

De collectie in de schijnwerpers
‘Schrijver-in-de-residentie’ past bij het streven van het Gemeentemuseum om de rijkdom van de collectie beter onder de aandacht te brengen. Daarbij wil het museum de collectie niet alleen vaker buiten de museummuren presenteren, zoals recent in het De Wereld Draait Door Pop-Up Museum, maar ook gastconservatoren met een andere bril naar de collectie laten kijken. De inhoud van de kunst staat daarbij voorop. “Ik vind het belangrijk dat de schrijvers alle vrijheid en tijd krijgen bij het maken van hun literaire werk. Waar kan dat tegenwoordig nog. Het museum is daar bij uitstek geschikt voor. De vluchtigheid van de samenleving vindt juist hier een rustpunt.”

Miek Zwamborn werkt nog t/m 21 juni in het Gemeentemuseum. De kunstwerken die zij vond in het depot en haar gedichten zijn vanaf 21 maart te zien in de tentoonstelling ‘Getemde Hemel’ in het Berlagekabinet van het Gemeentemuseum. Het schetsboek waaraan zij werkt, ligt vanaf 21 maart ook in de tentoonstelling, maar is dan nog wel een ‘work-in-progress’. Op 21 juni presenteert ze de definitieve versie van het schetsboek.
 
Miek Zwamborn (1974, Schiedam) is schrijfster, vertaalster en beeldend kunstenaar en de eerste schrijver-in-de-residentie. In haar werk spelen het landschap en geschiedenis een belangrijke rol. Miek Zwamborn publiceerde de romans Oploper (2000) en Vallend Hout (2004) en de dichtbundel Het krieken van sepia (2008). In 2013 verscheen haar derde roman De duimsprong bij uitgeverij Van Oorschot. Ze vertaalde de Sez Ner-trilogie (2013) van de Zwitserse Arno Camenisch en de experimentele dichtbundel Honingprotocollen van Monika Rinck. Zie verder www.miekzwamborn.nl.

Gemeentemuseum Den Haag
Stadhouderslaan 41
2517 HV Den Haag, Nederland
+31 70 338 1111
gemeentemuseum.nl

Copyright © 2013-2020  Textile is more!        Copyright, privacy, disclaimer